Gebruikers- en installatiehandleiding
1. Installatie van de saunakachel voorbereiden
Controleer het volgende voordat u de saunakachel installeert:
-
De verhouding van het vermogen (kW) van de saunakachel en het volume van de saunacabine (m
worden gepresenteerd in tabel 1, 2 en 3 op pagina 5, 6 en 7. De minimale en maximale waarden voor het volume mogen
niet worden overschreden.
-
De hoogte van de saunaruimte moet ten minste 1900 mm of 2200 mm bedragen, afhankelijk van het verwarmingsvermogen.
-
Niet-geïsoleerde en gemetselde stenen muren verlengen de voorverwarmingstijd. Elke vierkante meter gepleisterd plafond
of wandoppervlak voegt 1,2 m
-
Zie tabel 4, 5 en 6 op pagina 7 voor de geschikte zekeringswaarde (A) en de juiste diameter voor de stroomkabel (mm²)
voor de (mm2) voor de betreffende saunakachel.
-
Neem de vermelde veilige afstand rond de saunakachel in acht.
-
Er moet voldoende ruimte zijn rond het bedieningspaneel voor onderhoudsdoeleinden. Ook een deuropening kan
beschouwd worden als een onderhoudsgebied.
2. Installatie
Volg de specificaties voor veiligheidsafstanden op pagina 5, 6 en 7 in tabellen 1, 2 en 3 bij het installeren van de saunakachel.
De saunakachel is een vloermodel. De vloer moet stevig zijn want de saunakachel weegt
ongeveer 80-130 kg.
De saunakachel kan met behulp van de verstelbare poten waterpas worden gezet.
De saunakachel wordt aan de poten met de bijgeleverde metalen bevestigingen (2 stuks) op de vloer gemonteerd. Hierdoor blijft
de veiligheidsafstand tijdens het gebruik intact.
De wanden of plafonds mogen niet bekleed zijn met vezelversterkte gipsplaten of andere lichte bekleding, omdat deze
brandgevaarlijk zijn.
De sensor bij een luchttoevoeropening installeren
De lucht in de saunacabine moet zes keer per
uur worden vervangen. De diameter van de luchttoevoerbuis moet
tussen 50 en 100 mm.
Er moet een ronde luchttoevoeropening (360°)
ten minste 1000 mm van de sensor worden geïnstalleerd.
Er moet een luchttoevoeropening met een stroomrichtpaneel
(180°) geïnstalleerd worden op minstens 500 mm van
de sensor. De luchtstroom moet weg van
de sensor worden geleid.
De sensor aan het plafond bevestigen
Als de sensor aan het plafond wordt bevestigd, moet in de behuizing van
de sensor een gaatje van 5 mm worden geboord om condenswater weg
te laten lopen.
Spuit geen water rechtstreeks op de sensor en spat er geen water op
met een saunalepel.
De extra NTC-sensor installeren
De extra sensor OLET 31 wordt aangesloten op de Ext NTC-aansluiting op de RJ10-printplaat. Raadpleeg het schakelschema
voor meer informatie. De extra sensor wordt op de wand van de saunacabine geïnstalleerd op niet meer dan 500 mm van het
plafond. Nadat de extra sensor op de printplaat is aangesloten, wordt deze automatisch geactiveerd. Dit betekent dat de op het
bedieningspaneel aangegeven temperatuur door de extra sensor wordt gemeten.
De primaire sensor die boven de saunakachel is geïnstalleerd, beschikt alleen over de begrenzer die de maximale temperatuur
tot 110 °C beperkt. Zelfs als de temperatuur op het bedieningspaneel op 110 °C is ingesteld, is de maximale temperatuur die op
het paneel kan worden weergegeven ongeveer 90 °C, terwijl de primaire sensor boven de kachel de maximale temperatuur tot
110 °C beperkt. Afhankelijk van individuele voorkeuren wordt de temperatuur van een saunacabine meestal tussen de 70 °C en
80 °C ingesteld.
3
toe aan het volume van de saunacabine.
3
). Volumeaanbevelingen
1000 mm
360°
500 mm
Sensor
180°
4
Sensor
Ø 5 mm